Op een ochtend werd Shri Krishna wakker en zag dat heel het dorp Vrindavan bezig was met allerlei activiteiten. Het was duidelijk dat de mensen zich klaar maakten voor een groot evenement. Krishna werd enorm blij en wilde deel uitmaken van dit alles. Maar eerst wilde hij weten wat voor evenement er plaats zou vinden. Hij stapte naar zijn vader toe die zoals altijd stopte met zijn werk en hem naast zich liet zitten om een gesprek te beginnen.
|
Er was eens een jongen die op jonge leeftijd bij een gevaarlijk auto-ongeluk zijn linkerarm had verloren. Deze tienjarige jongen had een sterke wil en veel doorzettingsvermogen. Ondanks zijn lichamelijk gebrek besloot hij vastberaden om de vechtsport judo te leren. De jongen begon lessen te nemen bij een oude Japanse judomeester. Hij volgde de instructies goed op en beheerste de lesstof erg snel.
|
Een Shikshak begon zijn Bouddhiek eens met het vasthouden van een glas vol water. Hij hield het glas vast in zijn rechterhand, terwijl hij het aan zijn Gan liet zien. Toen iedereen zich begon af te vragen wat het doel was van zo een begin van de les, vroeg hij hen: “Hoeveel weegt dit glas?” De Shikshaarthi’s noemden verschillende gewichten op, waarvan de meesten lagen tussen de vijftig en honderd gram.
|
Een jonge vrouw was op bezoek bij haar moeder en begon te vertellen hoe moeilijk alles in haar leven was geworden. Ze wilde de hoop opgeven, want ze was moe van de obstakels die ze tegenkwam en wist niet of ze het zou redden. Het begon te lijken alsof er steeds een nieuw probleem naar boven kwam op het moment dat een ander werd opgelost. Nadat de moeder geduldig geluisterd had, nam ze haar dochter mee naar de keuken.
|
Op een dag was er een vader van een rijk gezin die zijn zoon wilde laten zien hoe arme mensen leven. Daarom nam hij de zoon mee en reisde af naar het platteland met als doel zijn zoon een kijk te geven in het leven van een arm persoon. De vader en zoon brachten een aantal dagen door op de boerderij van een gezin dat als arm beschouwd kan worden.
|